Punta Suàrez is het meest westelijke puntje van Española. Deze plek staat bekend als één van de beste plekken van de hele archipel om aan land te gaan. Je komt hier aan land bij een strandje en maakt dan een vrij lange wandeling over het eiland.
Zeeleguanen
De zeeleguanen van Española waren vrij groot en hadden grote rode vlekken op hun lichaam. Verder viel op dat er hier heel veel zeeleguanen zaten. Hierboven een paar kleine groepjes. Op sommige plaatsen zaten er tientallen bij elkaar.
We zagen hier ook een paar leguanen in zee zwemmen. Hoewel ze goed kunnen zwemmen is de afstand tussen de eilanden blijkbaar te groot om van het ene naar het andere eiland te zwemmen. Vandaar de ontwikkeling van een aantal ondersoorten van de zeeleguaan met verschillende uiterlijke kenmerken. Hoewel Darwin de dieren erg lelijk vond, waren ze naast de Darwinvinken wel één van zijn inspiratiebronnen voor de evolutietheorie.
Meestal liggen de zeeleeuwen en zeeleguanen rustig naast elkaar. Maar hieronder jaagt een zeeleeuw een groepje zeeleguanen uit elkaar.
Kapspotlijster
De kapspotlijster is een alleseter. Belangrijkste voedingsmiddelen zijn aas en eieren van andere vogels. Hier zagen we een kapspotlijster in de ogen van een dode zeeleguaan pikken. Niet het mooiste plaatje, maar dit is natuurlijk wel de manier waarop het werkt in de natuur.
Galapagosalbatros
Dit is de enige albatros die in tropische gebieden leeft. Vrijwel de volledige wereldpopulatie broedt op Española. Buiten de broedtijd leven de vogels ver uit de kust van Peru en Ecuador. De soort is ernstig bedreigd, veel vogels worden het slachtoffer van de langelijnvisserij. Vooral de mannetjes zijn daarvan het slachtoffer en dat betekent bij deze monogame vogels dat er minder broedparen zijn. Op dit eiland waren de regels streng. Je mocht absoluut niet afwijken van het uitgezette pad en je moest bij de gids blijven. De eerste albatrossen zaten echter midden op het pad en waren duidelijk niet van plan om van hun plek te wijken. We moesten er voorzichtig omheen lopen.
De grote albatrossen hebben ruimte nodig om op te stijgen en om te landen. Een open ruimte in het struikgewas deed dienst als start en landingsbaan. Ondertussen zaten soortgenoten aan de rand van de landingsbaan te broeden.
Tussen april en juni leggen de albatrossen hun eieren die na twee maanden uitkomen. We waren er begin juli en dan zijn de eerste kuikens inmiddels uit het ei gekropen. Het zijn pluizige lichtbruine kuikens die ergens rond december hun volwassen omvang bereiken. Ze verlaten de kolonie in januari.
Het baltsgedrag bij deze albatrossen bestaat vooral uit een hoop gekletter met de snavels.
Het baltsgedrag speelt zich normaal gesproken af tussen twee vogels. Hier waren echter drie vogels met elkaar de strijd aangegaan. Volgens onze gids een zeldzaamheid, ze was zichtbaar geroerd door wat ze hier zag. Ze noemde dit later het hoogtepunt van deze reis. Uiteindelijk droop de vogel links op de foto's af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten